EK 2016 Londen: Nabeschouwing

Twee dagen na het EK in Londen, nadat we de tijd hebben genomen om alles te laten bezinken, kunnen we stellen dat het EK in Londen een goed EK was voor de belgen, maar toch ook één van gemiste kansen. Met een zilveren en bronzen medaille is dit het meest succesvolle EK sinds Helsinki 2000 en eindigt België op een mooie zestiende plaats in de medaillestand, maar het had eigenlijk nog beter gekund. Landen als IJsland, Griekenland en Israël zijn echt niet beter dan ons, maar eindigen wel voor ons. Kansen worden je op dit niveau niet cadeau gedaan, ‘there ’s no such thing as a free lunch in sports’, je moet ze dan ook grijpen. Versta ons niet verkeerd de zwemmers mogen erg trots zijn op de behaalde resultaten, maar het is altijd goed om te zoeken naar punten van verbetering. Zeker in een seizoen waarin er een nog groter doel volgt.

De zilveren en bronzen medailles voor de heren op respectievelijk de 4 x 200 vrije slag en de 4 x 100 vrije slag waren de absolute hoogtepunten. Glenn Surgeloose zwom het sterkste internationale tornooi van zijn carrière. Pieter Timmers kwam erg sterk voor de dag in de estafettenummers, maar liet het individueel afweten. Enkele nachten met weinig slaap zaten daar zeker voor iets tussen. Voor onze twee andere nationale toppers, Louis Croenen en Fanny Lecluyse, bracht dit EK ook niet helemaal wat ze verwacht hadden. Ook het lage percentage persoonlijke records mag niet worden weggestoken en dat is toch steeds het eerste doel op tornooien als deze.

De herenploeg (Surgeloose-Dekoninck-Aerents-Timmers, en in de series Croenen) zorgde op de eerste dag in de finale 4 x 100 vrij al meteen voor een topprestatie door naar brons te zwemmen. Een erg knappe prestatie, maar gezien Italië slechts één honderdste van een seconde voor ons kwartet aanttikte en er toch nog rek zat oop de prestaties van enkele van onze mannen, had er hier nog net iets meer ingezeten.

Hetzelfde geldt voor de 4 x 200 vrije slag (Croenen-Surgeloose-Dekoninck-Timmers, en de series Weiremans). Er valt niets af te dingen op de prestatie van de ploeg, maar feit blijft dat zowel Croenen als Dekoninck ooit sneller waren en er dus misschien wel een titel had ingezeten. Nederland was namelijk maar minder dan een halve seconde voor. Uiteraard blijft het een bijzonder knappe prestatie, maar die bedenking maakt ook Ronald Gaastra, coach van de estafetteploegen zich.

Louis Croenen kende maagproblemen en wist zich zowel in de series als de halve finales maar nipt voor de volgende ronde te plaatsen. In de finale zwom hij in 1.56.65 naar een zesde plaats maar met een PR was podium een zekerheid geweest. Maagproblemen heb je niet in de hand, maar het blijft een gemiste kans.

Fanny Lecluyse gaf vooraf al aan dat ze zeker niet volledig gepiekt had naar dit tornooi, maar het niveau op de schoolslag bij de vrouwen is de laatste jaren zo sterk vooruitgegaan, dat zich dat dan direct vertaald in het missen van finales. Zonder finaleplaatsen was dit EK dan ook een kleine ontgoocheling voor Fanny. Gelukkig zal niemand hier nog over spreken wanneer ze zich in Rio wel weet te plaatsen voor de finale en dat is het toch het doel waar ze deze week eigenlijk ook al mee in het hoofd zat.

Op de prestaties van Glenn Surgeloose valt niets af te dingen. Op 26-jarige leeftijd zwom hij zowel op de 200 en 100 vrije slag de finale, en liet in beide nummers ook persoonlijke records, op de 200 zelfs een Belgisch record, optekenen. Ook in de estafette kan je altijd op hem rekenen. Ontegensprekelijk dé Belgische zwemmer van het tornooi.

Voor Pieter Timmers leek het tornooi na een erg sterke split van 47.37 in de 4 x 100 erg gunstig te starten, al bracht dat ook druk met zich mee. Hij had niet echt getraind op de 200 vrije slag, maar toch was het missen van de finale op die afstand een gemiste kans. Zeker als hij later die week in de 4 x 200 dan toch weer een split onder de 1’46” tentoonspreidt, had daar meer ingezeten. Een slecht, kort bed, een te warme kamer en dat gecombineerd met stress zal daar zeker mee te maken hebben gehad, maar dit zijn dingen die voorkomen moeten worden. In Rio toch maar die airco bestellen en de bedden al eens testen. Met een vijfde plaats op de 100 vrije slag werd de 100 vrije slag een ontgoocheling, vooral ook voor zichzelf. Hij had het gevoel niet op zijn waarde te hebben kunnen strijden. Jammer want ook dit had podium kunnen betekenen. U begrijpt het: gemiste kans.

Naast Glenn hebben enkel debutanten Lotte Goris , Juliette Casini en Valentine Dumont nog naar persoonlijke records gezwomen tijdens dit tornooi. Wel knap van deze jonge zwemsters en interssant voor de toekomst. Samen met Kimberly Buys wisten deze drie dames zich trouwens knap te kwalificeren, voorlopig althans -fingers crossed-, voor Rio op de 4 x 200 vrije slag. Buys kwam zelf na minder tijden op de 50 vlinderslag en 100 vrije slag, wel sterk voor de dag op de 100 vlinderslag waarin ze haar eigen Belgische record erg dicht wist te benaderen. Met het oog op Rio lijkt ze na haar vervelende polsblessure op de goede weg. Een halve finale in Rio moet zeker mogelijk zijn.

Pieken op het juiste moment is een essentieel onderdeel van topsport en daar lijkt het momenteel soms nog fout te lopen, een werkpunt.

Dat brengt ons bij coach Ronald Gaastra. Of je nu voor of tegen hem bent, er valt niet te ontkennen dat hij weer maar eens zijn zwemmers op het juiste moment in topvorm heeft gekregen. Hij weet als geen ander zijn zwemmers op scherp te zetten en weet met relatief oude zwemmers toch nog mooie progressie te maken. Het leverde hem zelfs lof op van collega-trainer Ronald Claes, hoofdcoach van de FFBN, de Franstalige tegenhanger van de VZF.

Andere coaches kunnen hier zeker nog iets van leren. Pieken op het juiste moment is een essentieel onderdeel van topsport en daar lijkt het momenteel soms nog fout te lopen, een werkpuntje voor de beleidsmakers.

Het succes van de 4 x 200 vrije slag in Kazan met de finaleplaats en nu opnieuw op het Europese toneel met de zilveren medaille doet meteen ook de discussie oplaaien over het al dan niet opofferen van individuele ambities voor de estafette of vice-versa. De ongelukkige samenstelling van het programma in Rio maakt dat de series en finale van de 4 x 200 vrije slag op dezelfde dag staan gepland als de series en halve finales van de 100 vrije slag en de finale van de 200 vlinderslag. Voor de 4 x 100 vrije slag stelt zich een gelijkaardig probleem, die vindt plaats op dezelfde dag als de series en halve finales van de 200 vrije slag. Als je het ons vraagt een erg ongelukkige opbouw van het programma. de 4 x 100 had bijvoorbeeld gemakkelijk op de eerste dag kunnen plaatsvinden en de 4 x 200 vrij op de voorlaatste dag. Dit programma is in het nadeel van kleinere zwemlanden, die niet uit een oneindige pool van toppers kunnen vissen.

Pieter Timmers heeft ambities om de finale van de 100 vrije slag bij de heren te betwisten en daarin een gooi naar de medailles te doen. Louis Croenen ambieert eveens de finale op de 200 vlinderslag, al lijkt daarin een medaille onmogelijk met Michael Phelps (USA), Chad Le Clos (RSA) en Laszlo Cseh (HUN) die elk voor de titel gaan. Ook Surgeloose droomt stiekem van een finale, maar dan op de 200 vrije slag. Voor het tornooi, maar ook gisterenavond in ‘Van Gils & Gasten’ op één liet Timmers uitschijnen er de voorkeur aan te geven om zich te focussen op zijn persoonlijke nummer de 100 vrije slag. Intrinsiek heeft hij het zeker in zich om de finale te halen en dan is veel mogelijk, maar uit het verleden blijkt dat hij ook al vaak dergelijk kansen liet liggen. Ook Louis Croenen gaf in een interview met ‘Knack’ aan dat hij liever de reeksen van de 4 x 200 vrije slag niet zou betwisten als hij ’s avonds de finale moet betwisten. Het wordt een moeilijke afweging voor de atleten en coaches. De eerste vraag is of je Timmers wel kan missen in de series indien je de finale van de 4 x 200 wenst te behalen. Als de vier andere zwemmers op echt hun top zijn moet dat misschien nog wel lukken, al zouen het dan wel eens erg nipt kunnen worden en kan je Louis Croenen dan echt niet missen tijdens de series. De tweede vraag is of Louis Croenen zich effectief plaatst voor de finale van de 200 vlinderslag. Indien niet, dan lijkt duidelijk dat Louis Croenen de series van de 4 x 200 zal betwisten. Als hij zich wel plaatst, worden de zaken al wat moeilijker. Want Timmers zal zich met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid plaatsen voor de halve finales van de 100 vrije slag. Het is niet ideaal, maar één van de twee zal dan toch in actie moeten komen in de series.

Hoe dan ook moet de finale van de 4 x 200 vrije slag behaald worden. Je laat zoiets niet liggen als klein zwemland. Gezien er zeker nog mogelijkheid tot verbetering is met Croenen die niet helemaal top was en ook Dekoninck die nog beter kan. kan je dan uitkomen op een tijd van 7.06 en daarmee kom je echt wel al in de buurt van de medailles. Croenen was daar ook duidelijk over in datzelfde interview, hij is het daarmee eens. De relatieve luxe die we nu kennen door vijf toppers op de vrije slag is in dat opzicht ook niet per se een cadeau. Als je er maar vier hebt is het duidelijk en zwem je gewoon met je beste ploeg, terwijl je nu berekende gokken kan maken, maar dan wel eens een finale kan mislopen. Gelukkige kennen ook andere landen die problemen. Nederland, Australië, Frankrijk, Italië en zelfs de Verenigde Staten gaan ook moeten opletten en nadenken over de ploeg die ze opstellen in de series van de 4 x 200 vrije slag.

Internationaal zagen we een erg sterke Laszlo Cseh (HUN) aan het werk. Het is duidelijk dat hij echt alles op alles aan het zetten is voor een Olympische titel. Chad Le Clos (RSA) en Michael Phelps (RSA) zijn gewaarschuwd.  Hongarije kwam in het algemeen erg sterk voor de dag ondermeer dankzij een sterke Boglarka Kapas, Katinka Hosszu en Zsuzsanna Jakabos en  ondanks een afwezige Daniel Gyurta. Met tien gouden medailles en negentien medailles in totaal voerden zij dan ook de medaillestand aan. Ook Nederland presteerde sterk, ondanks een mindere Sharon van Rouwendaal. Ranomi Kromowidjojo, Femke Heemskerk, Sebastiaan Verschuren en verschilldende estafetteploegen zorgden voor knappe resultaten. Verder moet ook gezegd dat een ongeschoren Adam Peaty (GBR) indruk maakte. Die 100 schoolslag in Rio wordt er één om duimen en vingers van af te likken.

(PV)

Auteur: swimnation.be

Dé referentie voor zwemnieuws in België!

Plaats een reactie